скачать книгу бесплатно
* * * * *
Eerste sergeant Richard Lampright verzorgde William Martins wonden zo goed hij kon. "We moeten jou zien op het strand te krijgen en…" Lampright spitste zijn oren. Twee andere hospikken die de arm van een gewonde marinier aan het verbinden waren, deden hetzelfde. Ze keken naar Lampright.
Het geluid was er weer, zwak en ver weg: "Hospik!"
De andere twee hospikken haastten zich naar Lampright terwijl hij rechtkwam. "Langs daar." zei een van hen en wees naar het oosten.
Het was er nog eens: "Hospik!" Maar het was een andere stem, ergens in de buurt van de eerste.
Lampright knielde bij soldaat Martin. "We moeten weg. Blijf hier tot ik terugkom, dan zal ik je naar het strand brengen waar een landingsboot je zal oppikken om je naar het hospitaalschip te brengen." Hij hield zijn hoofd schuin om in de ogen van Martin te kijken. "Begrijp je me?"
Martin concentreerde zich even op het gezicht van de hospik. "Op het strand, landingsboot."
"Juist." Sergeant Lampright ging staan. "Kom," zei hij tegen de twee mannen, "laten we gaan kijken wat er aan de hand is."
De drie mannen liepen op een drafje de helling op in de richting van het hek met de prikkeldraad.
* * * * *
William zat een hele tijd in het slijk met zijn armen rond zijn opgetrokken knieën en zijn hoofd op zijn voorarm.
Toen de zon bijna onder was, stak er een briesje op die de frisse geur van de zee meebracht. Samen met het zachte windje kwam er ook een geluid, zwak en zacht, als een verloren gelopen poesje.
Hij tilde zijn hoofd op en keek naar het westen. Daar zag hij drijvende wolken die oranje en geel kleurden door een strook zonlicht.
"Strand." fluisterde hij. "Landingsboot."
Hij wilde recht gaan staan, maar slaagde er enkel in zich op een knie te hijsen. Hij wachtte tot zijn hoofd zou stoppen met tollen. Na een tijdje raakte hij recht en keek naar het hek. Hij wist dat hij nooit op het fort zou kunnen klauteren, dus draaide hij zich om en liep de andere richting uit.
Nadat hij een smeulende bunker gepasseerd was, verliet hij het terrein vol lijken – een slapend leger van vrienden en vijanden, met hier en daar een rivaliserend duo dat elkaar levenloos omhelsde in een laatste daad van haat en bloederig geweld.
Вы ознакомились с фрагментом книги.
Для бесплатного чтения открыта только часть текста.
Приобретайте полный текст книги у нашего партнера: